De nationale vlag van Hongarije

De vlag van Hongarije, die officieel werd gemaakt op 23 mei 1957, bestaat uit drie horizontale kleuren, namelijk rood, wit en groen, respectievelijk van boven naar beneden. De drie kleuren zijn al sinds 1608 historisch aanwezig tijdens de kroningsceremonie van Mathias II van Hongarije en latere kroningen van andere leiders. De drie kleuren waren ook al in de 13e eeuw aanwezig toen de monarchen ze gebruikten. Vanwege hun belang in de geschiedenis van Hongarije, worden de drie kleuren ook gebruikt in het wapen van de natie, dat een illustratie van de kroon van St. Stephen en een dubbel kruis heeft. St. Stephen was de eerste christelijke koning van Hongarije en wordt beschouwd als de stichter van het land.

Symboliek in de Hongaarse vlag

De symboliek achter de kleuren is gevarieerd, omdat mensen de symboliek op verschillende manieren hebben geïnterpreteerd. De rode kleur wordt bijvoorbeeld geassocieerd met kracht voor sommige mensen, terwijl anderen de kleur associëren met het bloed dat voor het land is gemorst. Wit staat al een tijdje gelijk aan trouw, terwijl anderen het aan vrijheid toeschrijven. Het groen betekent hoop voor sommige mensen terwijl anderen het associëren met de groene en weelderige vegetatie van Hongarije.

Volgens de grondwet van Hongarije, die sinds 1 januari 2012 in gebruik is, staat het rood voor kracht, het wit staat voor trouw en het groen staat voor hoop. Deze samenstelling is niet expliciet in de verhouding van de breedte tot de lengte. De enige wet die de verhouding noemt is een wet uit 1957, waarin staat dat koopvaardijschepen op zee de driekleur moeten vliegen met een breedte-lengteverhouding van 2: 3. Meer recent is er een regeringsdecreet uit 2000, dat niet is opgenomen in een officieel document waarin staat dat de breedte-lengteverhouding voor vlaggen die rond overheidsgebouwen vliegen 1: 2 moet zijn.

Geschiedenis

De huidige driekleur verscheen voor het eerst als een symbool van nationale soevereiniteit tijdens de campagnes tegen de Habsburgers van 1848 tot 1849. Helaas werd de opstand in Hongarije verpletterd en de Oostenrijkse keizer verklaarde de tricolor illegaal. Echter, de driekleur werd legaal verklaard en de officiële vlag van de natie na het compromis van 1867. In die tijd was het ontwerp van de vlag iets anders omdat het ook een illustratie van het Kossuth-wapenschild bevatte, dat ook bekend stond als de ondergeschikte armen.

Na het einde van het Habsburgse rijk in 1918, was de periode tussen 1918 en 1920 moeilijk voor de natie en werden enkele veranderingen aangebracht aan de vlag. Misschien werd de grootste verandering waargenomen tijdens de kortstondige Hongaarse Sovjetrepubliek, die een spandoek met effen rood gebruikte. Deze republiek duurde maar vier en een halve maand.

In de daaropvolgende jaren, tot 1945, werd het driekleurenontwerp met de onderarm gebruikt hoewel de versie zonder de kleine armen ook in gebruik was. Kleine wijzigingen werden aangebracht aan de vlag tussen 1946 en 1949 evenals 1949 toen het werd vervangen door een rode ster. Dit alles veranderde echter in 1957 tijdens de stalinistische restauratie waarbij de officiële vlag zonder het wapen op de huidige driekleur veranderde.