Wat is sociaal darwinisme?

Sociaal darwinisme stelt dat menselijke groepen, rassen en samenlevingen op dezelfde manier worden onderworpen aan natuurlijke selectie als planten en dieren. Sociaal darwinisme was populair in de late 19e en vroege 20e eeuw en de centrale ideologie ervan was dat degenen die als zwak in de menselijke samenlevingen werden gezien, werden afgezwakt en hun cultuur werd afgebakend, maar de sterke ontwikkelde en groeide sterker ten koste van de kwetsbaren.

Oorsprong van sociaal Darwinisme

Volgens de Theory of Natural Selection van Charles Darwin hadden organismen die zich beter aan de omgeving hadden aangepast betere kansen om hun concurrenten te elimineren. De term 'sociaal darwinisme' werd voor het eerst gebruikt door Joseph Fisher in zijn artikel uit 1887 'De geschiedenis van het landbezit in Ierland'. Geleerden die pleitten voor sociaal Darwinisme werden sociale darwinisten genoemd, waaronder Walter Bagehot en Herbert Spencer uit Engeland, en de Amerikaan William Graham. De geleerden geloofden dat natuurlijke selectie handelde over de variaties in de algemene bevolking en dat op de lange termijn alleen diegenen met de beste overlevingskarakters de bevolking zouden verbeteren en domineren.

De rol van sociaal darwinisme

De sociale darwinisten gebruiken de theorie om de ideologieën van politiek conservatisme en kapitalisme en laissez-faire te ondersteunen. Klasse-stratificatie werd beschouwd als een natuurlijke ongelijkheid tussen de individuen in de samenleving voor controle van eigendom, macht en soberheid. Pogingen om in te grijpen door gelijkheidswetten, of door de wapens van de staat, werden gezien als een inmenging in natuurlijke processen. Biologische selectie werd ook beschouwd als een natuurlijk selectieproces waarbij het dominante geslacht zou beslissen over het minderjarige geslacht. De armen en gehandicapten werden als ongeschikt beschouwd en kregen geen enkele vorm van hulp van andere leden in een maatschappij waar rijkdom werd gezien als een teken van succes en macht. Het werd gebruikt door imperialisten, kolonisten en racisten om hun straffende acties tegen andere leden van de maatschappij te rechtvaardigen. In het midden van de 20e eeuw sociaal darwinisme toen verdere vooruitgang en onderzoek in kennis en ondermijnde de theorie in plaats van te ondersteunen.

Sociaal Darwinisme versus sociale evolutie

Sociale evolutie is een tak van sociale biologie die zich bezighoudt met de evolutie van gedrag en karakters. De filosofen die aan Darwin voorafgingen, waaronder Hegel, benadrukten dat samenlevingen zich in verschillende stadia van ontwikkeling bevonden. Ze verwezen naar de ontwikkeling als sociale evolutie. Het sociale darwinisme staat echter los van de sociale evolutie vanwege de manier waarop het de onderscheidende ideeën uit de ideologie van Darwin van 'survival for the fittest' naar sociale studies trekt. Darwin, in tegenstelling tot de sociale darwinisten, geloofde dat een scramble voor middelen degenen met betere fysieke en mentale eigenschappen in staat stelde zich vaker aan te passen en te slagen dan degenen zonder. Op de lange termijn zouden die eigenschappen zich ophopen in de populatie en onder bepaalde omstandigheden zouden de afstammelingen andere kenmerken hebben. Darwin nam zijn ideeën niet op in een sociaal of economisch perspectief, hoewel het sociaal-darwinisme het concept uit zijn theorie haalt. Het sociale darwinisme werd bekritiseerd omdat het pleitte voor een verdeelde samenleving die geloofde in de dominantie van de rijken boven de armen en in het niet bepleiten van de gelijkheid van alle rassen.