Wat is zomertijd?

Zomertijd

Daylight Saving Time (DST) maakt gebruik van natuurlijk daglicht door klokken één uur voor de standaardtijd in de zomer in te stellen en ze in de herfst een uur lang in te stellen. Benjamin Franklin stelde in 1784 een manier voor om het daglicht te redden door middel van een essay waarin wordt gesuggereerd dat mensen in Parijs correct gebruik van kaarsen kunnen maken door vroeg op te staan ​​en 's morgens het natuurlijke licht te gebruiken in plaats van kaarsen. In 1895 kwam George Hudson uit Nieuw-Zeeland met het idee van de zomertijd die in 1916 werd ingevoerd toen veel landen het gingen gebruiken, vooral na de energiecrisis in de jaren zeventig.

Volgens de pleitbezorgers was het primaire doel van Daylight Saving Time het besparen van de verlichting tijdens de avonduren. DST-critici beweren echter dat de patronen van verwarming en koeling in de hedendaagse wereld aanzienlijk zijn veranderd en dat er onvoldoende bewijs is om de effectiviteit van zomertijd volgens onderzoek te tonen. Met andere woorden, de impact van DST op het gebruik van energie is nog steeds tegenstrijdig en niet op een meetbaar niveau.

motivering

Meestal hebben samenlevingen met industrialisatie jaar in jaar uit een vast schema voor de dagelijkse activiteiten. Bijvoorbeeld, de werk- en onderwijstijd voor sommige mensen begint om 8.00 uur en eindigt om 17.00 uur op weekdagen gedurende het hele jaar. De dagelijkse routineuren in de samenlevingen die afhankelijk zijn van de landbouweconomie zijn echter meestal afhankelijk van de duur van de daglichturen. De uren met daglicht variëren afhankelijk van de seizoensvariatie, langer in de zomer en korter in de winter.

Als alle klokken in een regio één uur voor de standaardtijd worden vooruitgeschoven, moeten de mensen in dat gebied die het jaarlijkse vaste schema gebruiken, een uur eerder wakker worden en hun werk een uur eerder voltooien dan wanneer ze de standaard zouden gebruiken tijd. Deze personen hebben dus aan het begin van elke dag weinig daglicht, waardoor de synchronisatie minder nuttig is in de winter.

Voorstanders van DST betogen dat het het energieverbruik vermindert door vermindering van de behoefte aan verwarming en verlichting. Bovendien, volgens het standpunt van de supporters, zien veel mensen de wereld als een grote toename van de daglicht uren na kantooruren. Critici stellen echter dat DST geen cruciale impact heeft op het energieverbruik.

Locatie en variatie

De tijden van zonsopkomst en zonsondergang in regio's op hoge breedtegraden synchroniseren niet met de universele werktijden ondanks de manipulatie van de tijd. Daarom zou de tijdmanipulatie een verwaarloosbaar effect hebben op het dagelijks leven in dergelijke gebieden, omdat er extreme veranderingen zijn in de lengte van dag en nacht als gevolg van de seizoensvariaties. Bovendien heeft DST weinig invloed op de equatoriale regio's, omdat er op die plaatsen gedurende het jaar kleine veranderingen in het daglicht optreden. Het effect van DST varieert ook afhankelijk van de oostwaartse of westelijke afstand van een regio binnen de tijdzone van de regio. Die delen aan het uiteinde in oostelijke richting profiteren meer dan degenen aan het uiteinde in de richting van het westen, beiden bevinden zich in één tijdzone.